Voor de melkveehouders die de koeien laten scoren op Triple A hebben wij een uitgebreide stierenkaart waar de stieren op code zijn gerangschikt.
Download hier de complete lijst, klik hier
Beteknenis van de cijfers:
1 – Melktype
Laat u niet misleiden door het woord melktype, het is totaal wat anders dan “arm en scherp”. Een koe die de kenmerken van melktype heeft, laat o.a. de volgende kenmerken zien: een fijne nek, fijne huid, ondiepe voorhand, diepe, gewelfde ribben, brede heupen, een vol achteruier. In extreme gevallen kan de ruglijn opgebogen zijn en de vooruier bol. Zo’n koe geeft veel melk t.o.v. haar lichaamsgewicht. Code 1 kan zowel voorkomen bij koeien die daarnaast code 2 hebben (hoog en smal), maar ook bij koeien die daarnaast code 5 hebben (breed en plat).
4 – Kracht (het tegenovergestelde van code 1)
Grove kop, korte nek, diepe borst, korte ribben, weinig heup, weinig achteruier. Veel ontwikkeling als volwassen koe. Een dergelijke koe is erg gezond, maar geeft weinig melk t.o.v. haar lichaamsgewicht.
2 – Hoog
Koeien met de kenmerken van 2 hebben o.a. lange benen, een lange, smalle kop, weinig breedte in de voorhand, een hoge achteruier, lange spenen, korte vooruier, soepel uierweefsel.
5 – Breed (het tegenoverstelde van code 2)
Brede kop, veel ruimte tussen de voorbenen, breed achteruier dat laag aangehecht kan zijn, lang vooruier, korte spenen. Goede ruwvoerverwerkers.
3 – Open
Bij 3 en 6 wordt naar het achterstel van de koe gekeken. Bij 3 vinden we brede kruizen, waardoor er veel ruimte is voor de uier en voor een kalf bij afkalven. Platte botten, open hak. De draaier is vaak niet centraal geplaatst, waardoor de zitbeenderen naar boven gedrukt kunnen worden en de koeien niet recht boven de klauwen staan, waardoor de druk niet gelijkmatig over de klauwen verdeeld wordt.
6 – Stijl
Lang kruis, draaier centraal geplaatst, ronde botten, hoge korte klauwen, gesloten hak. 6 geeft meer “bot” in de koe en zorgt ervoor dat de koeien recht boven de harde klauwen staan. Wel kunnen de kruizen vernauwend zijn, waardoor er minder ruimte is voor een uier (kan leiden tot smet tussen de benen of een wijde voorspeenplaatsing) of kalf met afkalven.