In Nederland melkt al 20% van de bedrijven met een robot. Wereldwijd staat automatisch melken nog maar aan het begin.
Automatisch melken groeit. De allereerste systemen werden in Nederland geplaatst in 1992. Na enkele jaren van verder ontwikkelen begon de echte opmars vanaf 2000. Nu werkt 20,5% van de melkveebedrijven in Nederland met een automatisch melksysteem. Dat blijkt uit cijfers van stichting KOM (Kwaliteitszorg Onderhoud Melkinstallaties).
Wereldwijd zijn er naar schatting rond 24.000 bedrijven die werken met een automatisch melksysteem. Het einde van deze structuurontwikkeling is nog zeker niet bereikt. Nog steeds schakelen bedrijven om naar robotmelken, en zolang arbeid duur is, zal dat ook nog zo blijven.
Invloed melkprijs groot
Wel staat de snelheid van introductie van automatisch melken op individuele bedrijven in Nederland op dit moment op een laag pitje. Veel bedrijven die wilden uitbreiden of omschakelen hebben dat gedaan in de periode tussen 2010 en 2015. Veehouders maakten zich klaar voor omschakelen van de bedrijfsomvang na het einde van de quotering. De melkprijzen van de laatste anderhalf jaar en de fosfaatrechten maken dat boeren nu toch weer pas op de plaats moeten maken. Van de bedrijvigheid op gebied van melkinstallaties, wat betreft uitbreiding, renovaties en opleveringen, is in het eerste kwartaal van 2016 tussen 40 en 50% weggevallen, zo registreert KOM.
Dat de verkopen nu op een laag pitje staan is puur het gevolg van de laagconjunctuur in de melkveehouderij. Als de melkprijzen weer aantrekken, lopen de verkopen weer op. Dezelfde beweging was in 2009 te zien toen de melkprijzen ook enorm laag waren. Toen de melkprijs weer aantrok, herstelde de investeringsbereidheid van de bedrijven snel.
Hoge arbeidskosten
Het zijn vooral de landen waar arbeid duur is, of waar het lastig is voldoende gekwalificeerd personeel te trekken en te houden, waar automatisch melken al volop ingeburgerd is. Dat geldt voor Nederland, maar zeker ook voor de Scandinavische landen. Zo ligt de penetratie van de melkrobot in Zweden en Denemarken met bijna 25% nog hoger dan hier.
In landen als Frankrijk, Duitsland, Engeland en Ierland is de penetratie van automatisch melken juist lager dan in Nederland, ruwweg tussen 5 en 10%. Toch zijn dit ook geen lage-lonenlanden en daar ligt dus nog een behoorlijke markt open voor de verschillende merken die automatische melksystemen in de markt zetten.
Naast West-Europa ligt er letterlijk nog een wereld open voor automatisering van het melkproces. In Canada en de Verenigde Staten is er een continue groei in afzet en neemt het aantal bedrijven dat overstapt op automatisch melken hand over hand toe. Ook landen als Nieuw-Zeeland en Australië volgen daar in.
Automatische draaimelkstallen
De meer ‘traditionele’ melkrobot richt zich op bedrijven tussen 50 en enkele honderden koeien. Naast dit type robot zijn de eerste systemen voor automatisch melken in de draaimelkstal ook al geïntroduceerd. DeLaval lanceerde vijf jaar geleden de AMR (Automatic Milking Rotary) en heeft die nu op verschillende bedrijven draaien. Vorig jaar bracht GEA de Dairy ProQ officieel op de markt.
Beide systemen richten zich op automatisering van de draaimelkstal, waarbij DeLaval een aantal aansluitarmen vast op een bepaalde positie heeft en die vervolgens alle standen bedienen. Het GEA- systeem kenmerkt zich juist doordat elke melkstand zijn eigen (vervangbare) aansluitunit heeft. Deze twee vormen van automatisering zijn op de grotere bedrijven gericht, zo tussen 250 en 800 melkkoeien. Bij nog grotere bedrijven is een tweede systeem nodig. Niet voor niets testte DeLaval daarom de eerste systemen in onder meer Australië en Nieuw-Zeeland.
Ongetwijfeld zullen deze en andere producenten soortgelijke oplossingen of andere innovaties bedenken om de arbeidsvraag in het melkproces verder te minimaliseren. Zo lijkt het een kwestie van tijd dat de eerste aansluitarmen in de melkstal zich aandienen.
Bron: boerderij.nl