Voor compensatie van extensieve melkveebedrijven en knelgevallen is hooguit 3,5 miljoen kilo fosfaat beschikbaar in het systeem van fosfaatrechten voor melkvee.
De landelijke fosfaatproductie op 1 april 2015 wordt uitgangspunt voor de berekening van de uiteindelijke generieke korting. Dat zegt Wiebren van Stralen, mestdeskundige van LTO Nederland. De fosfaatproductie van melkvee op 1 april 2015 bedroeg 88,4 miljoen kilo fosfaat, volgens de voorlopige cijfers van statistiekbureau CBS.
De totale fosfaatproductie van alle diersoorten volgens de CBS-cijfers moet onder het totale fosfaatplafond blijven dat is afgesproken met Brussel: 172,9 miljoen kilo. Binnen dit plafond geldt voor melkvee een plafond van 84,9 miljoen kilo fosfaat; de overschrijding is dan 3,5 miljoen kilo (4%).
Berekening compensatie extensieve bedrijven
Voor compensatie van extensieve bedrijven heeft Boerderij gerekend met 3 varianten: respectievelijk 1, 1,5 en 2,5 miljoen kilo. Samen met de compensatie van de overschrijding is dan al minimaal 4,5 tot 6 miljoen kilo generieke korting nodig. Dat is 5,1% in variant 1 tot 6,8% in variant 3.
Compensatie knelgevallen
Ruimte voor knelgevallen moet dus komen uit een extra generieke korting. Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) heeft aangegeven dat de generieke korting maximaal 8% zal bedragen. De ruimte voor knelgevallen is dan 2,6 miljoen kilo fosfaat in variant 1 en hooguit 1,1 miljoen kilo fosfaat in variant 3. Dat is zonder rekening te houden met afroming bij overdracht. Omgerekend met 50 kilo fosfaat per koe inclusief jongvee komt dat neer op ongeveer 51.000 respectievelijk 21.000 melkkoeien, inclusief jongvee.
Verschillende berekeningen
Het CBS rekent voor de totale fosfaatproductie met de aantallen op 1 april volgens de landbouwtelling maal normen per dier per jaar die achteraf worden vastgesteld. Voor melkvee is dat in feite een 'bedrijfsspecifieke berekening' voor heel Nederland, waarbij rekening wordt gehouden met onder meer melkproductie en gehaltes fosfor in krachtvoer en gewonnen ruwvoer. In juni komt het CBS met de definitieve cijfers over de fosfaatproductie in 2015.
Per melkveebedrijf wordt de fosfaatproductie voor het aantal fosfaatrechten bepaalt op basis van de melkveeaantallen op 2 juli 2015 maal de forfaitaire norm per dier. Voor een melkkoe (diercategorie 100) met een melkproductie van 8.000 kilo is die norm in 2015 en 2016 40,6 kilo. Voor jongvee jonger dan een jaar (101) is de norm 9,6 kilo en voor jongvee van 1 jaar en ouder (102) 21,9 kilo.
Bron: boerderij.nl