Krimp van de melkveestapel lijkt onvermijdelijk door de komst van fosfaatrechten. Maar melkveehouders kunnen nog best fosfaat winnen op hun bedrijf.
Hoeveel koeien de gemiddelde melkveehouder op 1 januari 2018 inlevert, is een lastig te beantwoorden vraag. Beleidsspecialist Wiebren van Stralen van LTO Nederland verwacht dat 4 procent sowieso nodig is om de overschrijding aan te pakken.
'Daarnaast heb je grofweg zo'n 1 à 1,5 miljoen kilo fosfaat, zo'n 1 procent van het totaal, om de boeren met latente ruimte te compenseren. Voor de knelgevallen kom je op ongeveer hetzelfde percentage uit. Hoe meer knelgevallen, hoe hoger de generieke korting.'
Derogatie
Hoe die korting uiteindelijk uitpakt, gaat ook afhangen van de CBS-cijfers over de totale fosfaatproductie en de onderhandelingen in Brussel over de nieuwe derogatie en het fosfaatplafond. 'Komt er meer ruimte, dan zal de korting ook lager uitpakken', aldus Van Stralen.
Dan is ook nog de AMvB grondgebondenheid, waarvan het effect pas in de loop van dit jaar duidelijk wordt. 'De Gecombineerde opgave in mei wordt de eerste scherprechter', verwacht Van Stralen.
Meitelling
Melkveehouders met te weinig grond voor hun vee, zullen voor de meitelling grond moeten aankopen of in de loop van het jaar koeien moeten wegdoen. Het gaat om 30.000 hectare, wat neerkomt op een kleine 100.000 koeien.
'Het is nog afwachten, maar de fosfaatproductie zal dalen', aldus Van Stralen. 'Vraag is of die zoveel meer gaat zakken dan het niveau van 2 juli 2015. Er zijn na dit datum nog veel koeien bijgekomen.'
Geen korting nodig
Daarnaast kunnen melkveehouders op bedrijfsniveau veel doen. 'De natuurlijke neiging is de stal tot de laatste kilo fosfaat op te vullen en dan de korting van 1 januari 2018 af te wachten. Maar als we allemaal 5 procent fosfaat reduceren, hebben we helemaal geen korting nodig.'
Hij noemt dan vooral minder jongvee en een betere voerefficiency. 'Als je ziet hoeveel jongvee er rond loopt en dat die voor niks opgefokt worden, omdat de referentiedatum voor de fosfaatrechten al is geweest, dan kan je afvragen hoeveel verzekeringspremie je in je jongveestapel wil opbouwen.'
Winst
In de jongveebezetting is nog veel winst te behalen. 'Wie per tien koeien, acht stuks jongvee heeft en teruggaat naar 6, heeft al 5 procent te pakken', stelt Van Stralen. 'Ik durf de stelling wel aan dat daar zeker 5 tot zo'n 10 procent winst is te behalen, nog buiten de Kringloopwijzer.'
Want ook in de voerefficiency is nog fosfaatruimte te boeken, vervolgt Van Stralen. Uit berekeningen is zo'n 5 tot 20 procent winst binnen bereik. Wie veel snijmais voert, kan zo'n 10 tot 20 reductie realiseren. Bij melkveehouders die dat niet doen ligt die reductie lager.
'Uitzondering zijn extensieve bedrijven met latente ruimte', aldus Van Stralen. 'Maar dan nog houd je 60 tot 70 procent van de bedrijven over die het wel kunnen. Die kunnen zeker wel 5 procent reductie behalen.'
Meute in beweging
De vraag is of veehouders nu wachten tot de laatste dag wachten of nu al aan de slag gaan. 'Je ziet al dat melkveehouders vaarzen hebben verkocht, omdat ze een goede prijs konden krijgen. Anderen doen jongvee van de hand. Ook neemt het slachtaanbod toe.'
Van Stralen: 'Boeren beginnen te reageren. Maar de grote vraag is wanneer de meute in beweging komt.'
Bron: nieuweoogst.nu