Actueel

Actueel.

Terug naar overzicht

Boeren plannen inkuilmoment steeds beter

09 augustus 2016

Waar in 2014 en 2015 de meerderheid van de voorjaarskuilen een hoge verteringssnelheid (kd NDF) hadden, is het beeld dit jaar heel anders. 46 procent van de voorjaarskuilen hebben een te hoge verteringssnelheid. Het aandeel melkveehouders die rondom het optimale moment ingekuild hebben, is gestegen naar 31 procent.

Dit blijkt uit een overzicht van de voorjaarskuilen van Eurofins Agro. Daarbij wordt gebruik gemaakt van Penskarakter. Een belangrijk kengetal die Eurofins noemt met betrekking tot de optimale vertering van de graskuil is het percentage kd NDF. Dit kengetal toont de optimale verteringsnelheid van de kuilen.

In 2014 en 2015 lag het aandeel kuilen die optimaal scoren wat betreft het percentage kd NDF op respectievelijk 20 en 24 procent. Het aandeel ‘te snelle’ kuilen daalde van 78 procent in 2014 en 66 procent in 2015 naar 46 procent dit jaar. Deze kuilen zullen extra gecompenseerd moeten worden met traag verteerbare voedermiddelen.

Veel meer ‘te trage’ voorjaarskuilen
Opvallend is het toegenomen aandeel te traag verteerbare voorjaarskuilen. Bijna een kwart van de voorjaarskuilen scoort een laag percentage kd NDF. Dat betekent dat er meer gecompenseerd moet worden met snelle energie in het rantsoen. Bovendien ligt bij een lage voersnelheid het gevaar van broei op de loer, waardoor er meer kans is op verliezen, aldus Eurofins.

VEM-record
Uit de gemiddelde cijfers van de voorjaarskuilen van 2016 blijkt dit jaar een VEM-record. De kuilen hebben een enorm hoge voederwaarde. De verschillen zijn echter groot en is erg afhankelijk van het maaimoment. Dit is ook te zien aan de droge stofpercentages. Kuilen die tot half mei zijn gemaakt, hebben volgens Eurofins gemiddeld een hoge voederwaarde.

Vanaf halverwege mei is er een sterke daling te zien. In de eerste helft van mei zijn de kuilen over het algemeen ook wat droger ingekuild, wat goed is voor de benutbaarheid van de kuil

Extremen in mei
De drogere kuilen in begin mei hadden voor een groot deel te maken met de weersomstandigheden. De eerste tien dagen waren de op een na zonnigste ooit en vanaf Hemelvaartsdag en Bevrijdingsdag werd het ook steeds warmer. Eind mei was er veel meer neerslag en minder zon. Tijdens de natte dagen van 22 en 23 mei was het met 11-15 graden zeer fris voor de tijd van het jaar.

Het droge stofpercentage in de kuilen die in de tweede helft van de maand mei gemaakt zijn, is gemiddeld een stuk lager. De droge stofopbrengst is in deze periode ook sterk toegenomen.

Bron: melkvee.nl

Agenda.