Loonwerkers merken dat melkveehouders vanwege de huidige lage melkprijs steeds meer moeite hebben om de rekening voor het landwerk te betalen. De loonwerkers komen daardoor zelf ook krap bij kas te zitten.
Loonwerkers draaien nu overuren om het gras in te kuilen; straks staat het spuiten van mais en later de maïsoogst weer op de planning. Ondertussen hebben sommige boeren de rekening van het mest uitrijden in het voorjaar nog niet eens betaald.
Loonwerkers komen daardoor zelf ook krap bij kas te zitten, zo blijkt na een belrondje door het land. Medewerkers van verschillende loonbedrijven melden dat de openstaande rekeningen zich opstapelen en dat boeren zich niet meer aan de financiële afspraken (kunnen) houden.
'Zeker merkbaar'
Een Brabantse loonwerker vertelt dat de lage melkprijs 'zeker wel merkbaar' is. Normaliter hanteert de onderneming een betalingstermijn van 2 tot 4 weken. „Niet dat het nu echt tot zes maanden oploopt, maar je merkt dat het langer duurt.” Op zich hebben ze begrip voor de situatie en komen ze hun trouwe klanten graag tegemoet. „Maar ook voor ons houdt dat een keer op. Wij moeten nu zelf ook gaan praten met de bank.”
En: de rekeningen van het voorjaarswerk zijn met mest uitrijden en gras inkuilen nog relatief laag, meent de Brabander. „Straks met de maïsoogst komt het grootste bedrag; veel van onze klanten kopen maïs aan die wij dan moeten hakselen en inkuilen. Ik hoop dat dit niet nog heel lang aanhoudt.”
‘Mesthandel uit de hand gelopen’
In Gelderland ergert een loonwerker zich aan de 'uit de hand gelopen handel in mest’. „Boeren betalen onderling de hoofdprijs voor het overhevelen van het overschot aan koeienmest van de een naar de ander. Snappen ze dan niet dat iedereen het moeilijk heeft op dit moment? Vaak blijft er dan geen geld over om ons te betalen voor het landwerk.” In andere jaren hoefde hij nooit achter de rekeningen aan te zitten. „Nu blijven we bellen.”
De medewerker legt uit dat ze onlangs zelf ook een flinke investering hebben gedaan, op basis van een ruime financiële buffer. „Wij gaan verstandig om met ons geld, niet buitensporig. We zingen het nog wel een tijdje uit. Maar binnenkort moeten we ook de rekening betalen voor het maïszaad en de spuitmiddelen. Dan moet er wel geld binnen stromen.”
100 euro per week
Sommige veehouders vragen het loonbedrijf om gespreid te kunnen betalen. Bijvoorbeeld 100 euro per week, een jaar lang. Dat ziet de loonwerker liever dan een compleet openstaande rekening.
De Brabantse loonwerker ervaart ook een groot verschil tussen boeren die op tijd met de bank, leveranciers en andere dienstverleners zijn gaan praten, en degenen die dat nu nog moeten gaan regelen. De eerste groep kan de rekening nog wel redelijk betalen. „Nu nog extra financiering aanvragen kost gewoon een hoop tijd en papierwerk”, weet hij.
Creatief inkopen doen
De Gelderlander bespeurt ook creativiteit onder zijn klanten: „Het viel ons dit jaar op dat steeds meer boeren via ons maïszaad bestellen. Wat bleek? Wanneer boeren bij ForFarmers zaad bestellen, wordt dat automatisch van hun rekening afgeschreven. Maar bij ons kunnen ze de betaling makkelijker uitstellen. Daar is op korte termijn helaas niets aan te doen. Als we ons geld uiteindelijk maar wel krijgen.”
Subsidiepotjes
In het Gooi merken verschillende loonwerkers dat boeren creatiever worden, onder de druk van de lage melkprijs. „Net als bij collega’s in de rest van het land zien wij ook dat rekeningen niet op tijd of helemaal niet meer betaald worden. Ook zien we steeds meer subsidiepotjes aangezwengeld worden. Een strookje natuurgras hier of een koetje aaien daar, en kassa. Met als resultaat een stuk minder grond voor ons om te bewerken.”
Trekker van pa
Daarnaast gebruiken steeds meer boerenzoons en boerendochters de trekker van pa om bij de buren het land te gaan bewerken, zegt eenGooische loonwerker. Voorheen konden dergelijke jongeren nog zaterdagbaantjes krijgen bij een andere melkveehouder, maar die heeft daar tegenwoordig het geld niet meer voor.
De jongeren gaan daarom nu met de trekker van pa de boer op. Voor pa interessant omdat het onderhoud van de trekker makkelijker betaald kan worden en zoon of dochter houdt er een leuk zakcentje aan over. „Maar wij zijn daar dus de dupe van. Omdat wij betere machines gebruiken en vakwerk leveren is onze prijs nou eenmaal hoger dan die van een 18-jarige doe-het-zelver. De vraag is hoelang wij dit uitzingen.”
Sfeer niet optimaal
Een loonwerker uit Nijeveen (Drenthe) ervaart ook dat zijn klanten 'langzaam' betalen. Omdat het in zijn werkgebied lang nat is geweest, hebben pas sinds een week of twee de laatste maïs erin zitten. De – forse – rekeningen voor het voorjaarswerk zijn pas net de deur uit gegaan. „Of mensen niet meer kunnen betalen? Over twee weken kan ik meer zeggen”, geeft hij aan. Gelukkig zitten zijn meeste klanten niet bij DOC, maar bij FrieslandCampina, dat de melkprijs lange tijd nog redelijk in de benen wist te houden.
De Drent merkt wel op dat de sfeer onder de melkveehouders 'niet echt optimaal is': „Je ziet overal dat boeren niks meer repareren, alles blijft liggen. Dan is de schudder of de hark kapot, en dan bellen ze ons.”
Cumela: ga het gesprek aan
Bij branche-organisatie Cumela Nederland heerst enige zorg over de situatie, maar er is nog geen sprake van verontrustende signalen van de kant van loonwerkers, aldus secretaris agrarisch loonwerk Maurice Steinbusch. „Maar iedereen ziet wel dat de melkprijs laag is en dat de liquiditeit op de melkveebedrijven terugloopt.”
Steinbusch adviseert loonbedrijven daarom scherp te blijven op de debiteuren: „Laat onbetaalde rekeningen niet te lang oplopen. En ga het gesprek aan met de veehouder, ga dat niet uit de weg.” Andersom verwacht Cumela ook dat de veehouders het gesprek met de loonwerker aangaan, als ze de rekening niet kunnen betalen. „Als loonbedrijf wil je je klanten natuurlijk niet in de kou laten staan. Maar het probleem van te lage opbrengsten kunnen wij ook niet oplossen.
Bron: melkvee.nl