Binnen het praktijknetwerk 'Waarheen met ammoniak op veen' is begin dit jaar gestart met een oriënterende proef waarbij het effect van een lager ruw eiwit in het voer gevolgd is. Eén van de melkveehouders met ruim 60 melkkoeien op 40 hectare grasland lukte het om zijn grasrantsoen onder de 16 procent ruw eiwit te brengen.
Bij het uitvoeren van de proef kwamen er twee interessante punten naar voren. Enerzijds waren de deelnemers bang voor het effect van laag ruw eiwit in het voer. Anderzijds bleek uit deze praktijkproef dat het berekende rantsoen niet het werkelijke rantsoen is.
Angst voor een laag ruw eiwit in het voer
Niet alleen de melkveehouder, maar ook de adviseur van de voerleverancier en de dierenarts zijn nogal angstig om onder de 16 procent ruw eiwit te komen. Aan de ene kant begrijpelijk, omdat een beetje 'safe' voeren rust geeft. Dit geldt vooral voor de boer en zijn adviseurs/ De koe zal er van binnen niet rustiger van worden om de overmaat aan eiwit via ureum kwijt te raken. De betrokkenen raakten er gaandeweg het traject van overtuigd dat 15 procent ruw eiwit ook moet kunnen. Iedereen was er terecht op gespitst dat het rantsoen in balans bleef, want met minder ruw eiwit wordt het natuurlijk wel krapper allemaal. Daarnaast blijft er nog een belangrijke vraag over: Wat is het effect op de lange termijn op het gebied van gezondheid en vruchtbaarheid?.
Berekend rantsoen is niet het werkelijke rantsoen
Als onderdeel van dit oriënterende onderzoek van stagiaire Nadine werd van het rantsoen zoals het voor het voerhek lag, nog eens een keer bemonsterd. Hierdoor kregen we van het gevoerde rantsoen zowel een berekende samenstelling als een samenstelling volgens het laboratorium.
Verrassend was dat in alle gevallen het monster beduidend lager uitpakte dan het berekende gehalte aan ruw eiwit. Als we de analyses mogen geloven zijn er tijdens dit experiment rantsoenen gevoerd die dichter bij de 14,5 dan bij de 15 procent ruw eiwit lagen.
Dat geeft te denken. Misschien voeren sommige bedrijven al een rantsoen met minder dan 15% ruw eiwit zonder dat ze dit in de gaten hebben.
Ruw eiwit en melkgift
Het experiment was klein van opzet en mag geen officiële proef worden genoemd. Hoopgevend was het feit dat op geen van de bedrijven de melkgift significant te lijden had onder een ruw eiwit gehalte van 15 procent. En we weten dat een lager ruw eiwit in het rantsoen, bij gelijkblijvende melkgift en gehalten, minder ammoniakemissie teweeg brengt. Dat kan gewoon niet anders, want een N-molecuul kan maar op één plaats tegelijk zijn. En als het in de melk zit, zit het niet in de lucht!
Bron: melkveebedrijf.nl