Actueel

Actueel.

Terug naar overzicht

'Maai eerste snede niet te vroeg'

14 januari 2016

Moderne grasmengsels laten een steeds hogere verteerbaarheid zien. Dit is gunstig voor de voederwaarde, maar veehouders melden problemen met de structuurwaarde. DSV zaden geeft daarom tips hoe veehouders hier op in kunnen spelen. „Maai een eerste snede niet te vroeg, kuil gras droger in en let op de doorschietdatum van het in te zaaien grasmengsel”, zo luiden de adviezen van het zaadbedrijf.

„Mijn kuil is te snel en heeft te weinig structuur”, horen de ruwvoerspecialisten van DSV, wel eens in de praktijk. Soms gevolgd door de opmerking: „vroeger was het gras beter.” Volgens Jos Deckers, salesdirector van DSV, is er op sommige bedrijven voldoende ruwvoer maar moet er toch een structuurbron als koolzaadstro of graszaadhooi worden bijgekocht. Dit vindt hij jammer, „zeker als je een efficiënte Kringloop nastreeft.”

Volgens Deckers ontstaat snel verteerbaar gras bij een hoog aandeel goede grassen, bij een periode van snelle groei en wanneer het gras is gemaaid na een paar dagen met veel zon, waardoor veel suiker is gevormd.

Later maaien
Deckers geeft als tip om de eerste snede niet te vroeg te maaien. „Een zwaardere snede bevat langere delen en meer structuur. Maai bij voorkeur als de bloeiaanleg al voelbaar is in de bladschede. Moderne goed verteerbare rassen houden hun goede voederwaarde langer vast, ook bij een zwaardere snede.” De salesdirector merkt wel op dat de bemesting daar wel op aangepast moet worden. „Veehouders doen er verstandig aan om vooraf in te schatten hoeveel ze willen oogsten, en daar de bemesting op aan te passen.”

Ook geeft het veredelingsbedrijf het advies om kuilgras droger in te kuilen, wanneer het product te weinig structuur bevat. Deckers: „Een drogere kuil heeft een hogere pH en is rustiger verteerbaar in de pens.” Extra aandacht voor het inkuilmanagement is dan volgens hem wel geboden om broei te voorkomen.

Uit laten groeien
’s Zomers bevat gras meer lignine door een hogere lichtintensiteit, meldt DSV. Daarom adviseert het bedrijf om enkele (oudere) graspercelen uit te laten groeien in een zomerse periode. „Deze kunnen worden gewikkeld of gehooid en gebruikt worden als structuurrijke bijvoeding”, merkt Deckers op.

Ook het maken van een lasagnekuil ziet Deckers als een goede inkuilstrategie. „In de praktijk bevat de eerste snede vaak weinig structuur vergeleken met de tweede snede. Door deze over elkaar te kuilen en gemengd te voeren, krijg je een goede combinatie van voederwaarde en structuur.”

Langjarig structuurrijk gras
Bij het inzaaien van gras kunnen veehouders de keuze van het grassenmengsel af stemmen op het teeltdoel. Deckers: „Mengsels die structuurrijker gras bevatten, zijn vaak niet langjarig. Inmiddels zijn er ook mengsels op de markt die, als het eenmaal gevestigd is, jarenlang structuurrijk gras produceren. De opbrengst van dit gras ligt ongeveer 10 procent hoger dan bij een mengsel met Engels raaigras en de verteerbaarheid en het suikergehalte ligt iets lager waardoor het kuilgras minder snel verteerbaar is. Afhankelijk van de opbrengst ligt het eiwitgehalte gelijk tot iets hoger.”

Meer beweidingsruimte
Bij de standaardmengsels met Engels raaigras, doen veehouders er volgens DSV verstandig aan om goed op de doorschietdatum te letten. „Er zijn rassen die vroeg groeien en al in de eerste snede door kunnen schieten. Andere rassen schieten juist in de tweede snede of nog later door. Bijkomend voordeel is dat een ras wat laat doorschiet meer beweidingsruimte geeft”, besluit Deckers.

Bron: melkvee.nl