De fosfaatproductie in de melkveehouderij was op peildatum 2 juli waarschijnlijk al boven het fosfaatplafond, waardoor afroming van de fosfaatrechten noodzakelijk is.
Dat zegt staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken tijdens een debat in de Tweede Kamer.
Groei inleveren bij invoer fosfaatrechten
Op 2 juli kondigde toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma de invoering van fosfaatrechten aan. "Alle groei die melkveebedrijven na deze datum hebben gemaakt is voor eigen risico en rekening. Bedrijven zullen deze groei moeten inleveren als de fosfaatrechten worden ingevoerd", aldus Van Dam. Het ziet er naar uit dat het inleveren van deze groei niet voldoende is. Alle bedrijven zullen door overschrijding van het fosfaatplafond ook minder mogen produceren dan ze op 2 juli deden.
Hoeveel procent productie er ingeleverd moet worden kan Van Dam nog niet zeggen. "Dat hangt af van de definitieve productiecijfers op 2 juli." Over de wijze waarop hij wil afromen kan hij ook nog niets zeggen. We moeten kijken wat juridisch kan en wat rechtvaardig is. Ga je bijvoorbeeld groeiers gelijk behandelen als bedrijven die niet gegroeid zijn en behandel je extensieve bedrijven hetzelfde als intensieve bedrijven? Dat zijn we allemaal aan het bekijken, maar dat kost tijd.
Fosfaatrechten onvermijdelijk
Invoering van fosfaatrechten is volgens Van Dam onvermijdelijk, omdat Nederland anders de derogatie verliest. Dat risico wil Van Dam niet lopen, omdat het belang hiervan te groot is. Verlies van de verruimde mestnormen zou de sector €100 miljoen kosten vanwege extra mestafvoer van melkveebedrijven, verdringing op de mestmarkt en extra mestverwerking.
Hoe het fosfaatrechtenstelsel er verder uit gaat zien kan Van Dam nog niet zeggen. Hij is hierover in overleg met de sector in de regiegroep. Van Dam zegt wel te willen voorkomen dat in de mestwetgeving regels op regels worden gestapeld. Hij waarschuwt wel dat daardoor mogelijk langer duurt voordat er duidelijkheid komt.
Produceren binnen maatschappelijke randvoorwaarden
Van Dam zegt bij zijn eerste optreden in de Tweede Kamer dat er voor de Nederlandse melkveehouderij kansen liggen op de internationale markt. "Die kansen moeten kunnen worden benut, maar daarvoor is produceren binnen de maatschappelijke randvoorwaarden wel van groot belang."
Van Dam ziet grondgebonden melkveehouderij met koeien in de wei als ideaal beeld. Hij wil in ieder geval een stelsel ontwikkelen dat alle prikkels tot verdere intensivering weg neemt. Van Dam zet in op 80% weidegang in 2020. "Er wordt nu met de sector geïnventariseerd welke aanvullende plannen er zijn om dit te realiseren."
Mineralenconcentraat als kunstmestvervanger
Van Dam haalde tijdens het debat ook het belang aan van acceptatie van mineralenconcentraat uit dierlijke mest als kunstmestvervanger. Hij zet zich in om dit in Brussel goedgekeurd krijgen. Hij ziet dit positief "We hebben een goed verhaal", aldus Van Dam.
Bron: boerderij.nl