Actueel

Actueel.

Terug naar overzicht

CBS: inkomsten landbouw blijven achter bij productiestijging

13 november 2015

De Nederlandse landbouw heeft tussen 1995 en 2014 een productiestijging laten zien van 22 procent. In die zelfde periode bleven de inkomsten van landbouwbedrijven achter bij deze stijging. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het aantal landbouwbedrijven daalde in de periode 1995 - 2014 met 42 procent. Telde Nederland in 1995 nog 113.000 agrarische bedrijven, in 2014 waren dat er nog maar 65.000. Tegelijkertijd daalde het arbeidsvolume met 22 procent.

Desondanks steeg het productievolume met 22 procent in diezelfde periode, schrijft het CBS. Dit is onder meer een gevolg van nieuwe landbouwtechnologie en schaalvoordelen. De agrarische bedrijven zijn die de afgelopen 19 jaar flink gegroeid in omvang: een doorsnee bedrijf in 2014 had 62 procent meer grond dan in 1995.

Productie neemt toe maar aandeel in bbp daalt
In 1995 was de waarde van de Nederlandse agrarische productie 19 miljard euro. Het aandeel van de land- en tuinbouw in het bruto binnenlands product (bbp) was toen nog 2,8 procent. In 2014 was dat afgenomen tot 1,5 procent van het bbp, terwijl de waarde van de productie met 43 procent was toegenomen tot 27 miljard euro. De laatste jaren neemt het aandeel wel weer licht toe, na het dal van de jaren 2009 en 2011 met een aandeel van slechts 1,3 procent.

De inkomsten in de landbouw per arbeidsjaar zijn in de periode 1995 - 2014 minder toegenomen dan in de rest van de Nederlandse economie. Deze vertoonde de afgelopen 19 jaar een grillig verloop, zo laten de cijfers van het CBS zien. In 2014 was het inkomen in de agrarische sector bijna 14 procent hoger dan in 1995. Ter vergelijking: in die zelfde periode stegen de inkomsten per arbeidsjaar in de totale economie ruim 4 keer sneller. In het jaar 2014 was dat 72 procent hoger dan in 1995.

Hogere kosten en lagere afzetprijzen
De inkomsten per arbeidsjaar in de landbouw staan onder druk als gevolg van de lagere afzetprijzen van landbouwproducten door de toename van het aanbod op de wereldmarkt. Daarnaast heeft de agrarische sector te maken met de hogere kosten van onder meer diervoeder en aardgas.

Bron: melkvee.nl