De voorjaarskuilen van 2015 hebben met gemiddeld 948 VEM de hoogste gemiddelde VEM-waarde ooit. De gehaltes ruw eiwit zijn met 163 gram aanmerkelijk lager dan het gemiddelde over de afgelopen jaren. Wel is 78 procent van de voorjaarskuilen te snel verteerbaar. Dat blijkt uit cijfers van BLGG
Volgens BLGG heeft het koude, droge, maar zonnige voorjaar bijgedragen aan deze kwaliteit. Door de kou en de droogte is er weinig stikstof gemineraliseerd door de bodem waardoor de eiwitgehaltes laag zijn gebleven. De kou en het zonnige weer hebben vervolgens in combinatie met het lage gehalte eiwit gezorgd voor hoge suikergehaltes waardoor het gras erg veel energie bevat. Bekijk hier de gemiddelde resultaten van de voorjaarskuilen.
De hoge energiehaltes hebben er wel voor gezorgd dat veel voorjaarskuilen ook een erg hoge verteringssnelheid hebben (kd NDF). In 2014, wat zich ook al kenmerkte door snel verteerbare kuilen, was 66 procent van de voorjaarskuilen te snel verteerbaar, dit voorjaar is dat zelfs 78 procent.
Het aandeel penseiwit is door de lagere ruw eiwit-gehaltes, en de iets drogere kuilen wel lager. Veel kuilen zullen volgens BLGG daardoor tot een aanzienlijk lager melk-ureum leiden. Door de hoge energie gehaltes en het lagere aandeel pens eiwit zal de eiwitbenutting aanzienlijk hoger zijn.
BLGG waarschuwt wel dat de hoge verteringssnelheid kan leiden tot risico op pensverzuring. De drogere kuilen (boven de 45 procent droge stof) zullen over het algemeen minder snel verteerbaar zijn, waardoor de koeien de hoge energiewaarden uit deze kuilen mogelijk beter kunnen benutten.
De lagere ruw eiwit-gehaltes gaan dit jaar ook gepaard met lagere fosforgehaltes. Gemiddeld is het fosfor-gehalte 4,1. Vorig jaar lag dit op 4,3. De ruw eiwit-gehaltes en fosfor-gehaltes van 2015 liggen daarmee op een vergelijkbaar niveau als in 2012. De maand maart was toen met gemiddeld 19 millimeter neerslag ook erg droog. De maand april was vervolgens erg koud in dat jaar, zo meldt BLGG.
Bron: melkvee.nl