Ondanks inspanningen van LTO lijkt per 1 januari 2017 de inzet van koudmerken als koeherkenning verboden. Deze week stuurde staatssecretaris Martijn van Dam een wijzigingsbesluit hierover naar de Eerste en Tweede Kamer.
Na goedkeuring hiervan lijkt het verbod in werking te treden, op zijn vroegst op 1 januari 2017. Daarmee heeft de melkveehouderij een tikkeltje lucht, op 1 juni verviel de laatste uitstelperiode voor het koudmerken.
Niet alle Tweede Kamer-leden leggen zich hier bij neer. Donderdag diende Rudmer Heerema (VVD) een motie in om uitstel van het verbod op koudmerken te vragen. Hij ziet vooralsnog geen goed alternatief:
'Koeherkenning is van cruciaal belang voor een goede diergezondheid en en dierenwelzijn. Zolang er geen volwaardig alternatief is, zou er een ontheffing op het verbod van het koudmerken moeten blijven gelden.'
Geen noodzaak
Van Dam ziet dit anders, hij ontraadt de motie: 'Ik zie geen noodzaak om het koudmerken toe te blijven staan. Maar liefst 90 procent van melkveebedrijven heeft blijkbaar een alternatief voor een goede koeherkenning en kunnen zonder koudmerken'.
Inmiddels is ook een aangepaste Algemene Maatregel van Bestuur uitgegaan, waarin een verbod op de toepassing is opgenomen.' Dinsdag wordt de motie in stemming gebracht.
Melkstal
Heerema's partijgenoot Helma Lodders pleitte deze week via schriftelijke kamervragen dat de sector pleit voor het behoud van koudmerken als identificatiemiddel.
'Bij een aantal melksystemen, zoals de zij-aan-zijmelkstal, bieden halsband en oormerk geen goed identificatiemiddel. Ook op afstand is het lastig om het oornummer en de halsband goed af te lezen.'
Leven lang herkenbaar
Bij dit koudmerken wordt met behulp van droogijs een nummer op de achterhand van de koe gezet. Met dat nummer is de koe een leven lang herkenbaar. Vooral bedrijven met grote koppels koeien en verschillende werknemers passen koudmerken toe.
Bron: nieuweoogst.nu