De formule voor fokwaarden bij Fleckvieh, is per april 2016 veranderd. Kilogram vet wordt nu zwaarder ingewogen en bespiering krijgt een hoger aandeel in de totaalfokwaarde (GZW). Ook worden de genomicfokwaarden minder hoog ingeschat.
Voor de wijziging werd kilogram eiwit acht keer zo zwaar ingewogen dan een kilogram vet. De eiwitformule is niet aangepast maar vet wordt nu zwaarder ingerekend. Het gevolg is dat beide componenten bijna gelijk worden gesteld en dat melkstieren met lage gehalten minder snel bovenaan komen in de totaalfokwaarde, zo meldt KI-organisatie Bayern Genetic.
Binnen de totaalfokwaarde vormen de kenmerken melkproductie, de vruchtbaarheid, de levensduur en de uiergezondheid samen met de bespiering, 90 procent van de selectie. De verhouding is 44 procent voor diergezondheid, 38 procent voor de melkproductie en 18 procent voor bespiering. Voorheen was dit respectievelijk 46, 38, en 16 procent.
Met deze wijzigingen wil het gezamelijke Duitse- en Oostenrijkse Fleckviehstamboek duidelijk aangeven dat het ras een dubbeldoelras moet blijven. „Met de oude fokwaardeformule kwamen vooral echte melkstieren met minder bespiering bovenaan en had het ras de neiging om op haar dubbeldoelkarakter prijs te geven. Met deze aanpassing komen ook gehaltestieren met meer bespiering weer in de top van de ranglijst", zegt Stef Beunk van Bayern Genetic.
Minder schommelingen
Bayern Genetic geeft aan dat de fokwaarden met een lage betrouwbaarheid, waaronder de genomicfokwaarde bij proefstieren en de eerste fokwaarde bij jonge fokstieren, voorzichtiger worden ingeschat. Volgens de KI-organisatie is de opzet dat de fokwaarden hierdoor minder schommelingen te zien geven na de indexdraai.
Bron: melkvee.nl