Nieuws

Nieuws.

Terug naar overzicht

Verschraling Europese bodem biedt kansen voor Nederlandse mest

16 september 2015

De verschraling van de bodem in Centraal- en Zuidoost-Europa biedt kansen voor de Nederlandse veehouderij. Zo kunnen droge organische meststoffen die uit de mestverwerking in Nederland vrijkomen worden ingezet om de vruchtbaarheid van het landbouwareaal in deze regio op peil te houden. Hoe succesvol de export van organische meststoffen uit Nederland wordt, is afhankelijk van de snelheid waarmee nieuwe buitenlandse markten ontwikkeld kunnen worden. Hiervoor zijn producten nodig die goed aansluiten op de behoeften van buitenlandse akkerbouwers. Dit concludeert ABN AMRO in het rapport 'Met mest meer mogelijk'. 

Verdubbeling van mestverwerking noodzakelijk
Nederlandse veehouders moeten door een belangrijke wijziging van de Meststoffenwet sinds 1 januari 2014 een deel van hun bedrijfsoverschot mest (in kg fosfaat) verplicht laten verwerken. Om een stijging van de stikstof- en fosfaatbelasting in het grond- en oppervlaktewater te voorkomen, moet de veehouderij haar fosfaatoverschot buiten de Nederlandse landbouw afzetten. Om dit te realiseren, is een verhoging van de mestverwerkingscapaciteit nodig van minimaal 8 a 10 miljoen kg fosfaat. Dit komt neer op een verdubbeling.

Veehouders staan voorlopig onder druk
Op dit moment is het gebrek aan mestverwerkingscapaciteit volgens ABN AMRO nog een knelpunt. Dit leidt in de komende jaren tot hoge mestafzetkosten voor veehouders met een tekort aan grond. Akkerbouwers krijgen deze meststoffen hierdoor tegen een aantrekkelijke prijs, wat hen zal stimuleren om meer en betere organische meststoffen te gebruiken op basis van deze mest. Hoge afzetkosten kunnen ook een impuls zijn voor investeringen in mestverwerkingscapaciteit. Op termijn verwacht ABN AMRO dan ook dat een nieuwe balans ontstaat tussen de mestproductie van de veehouderij en de vraag naar meststoffen in de akkerbouw. Hiervan is mestverwerking een structureel onderdeel.

Nieuwe kansen in Centraal- en Zuidoost-Europa
Door de groei van de veehouderij zijn de Nederlandse landbouwgronden rijker geworden aan fosfaat en stikstof. Tegelijkertijd verschralen de akkerbouwgronden in Centraal- en Zuidoost-Europa. De bodemvruchtbaarheid is hier aangetast door een langdurig gebruik van kunstmest, terwijl het gehalte aan organische stoffen sterk is teruggelopen. Dit biedt kansen voor de Nederlandse veehouderij. Ook dichterbij huis - Duitsland en Frankrijk - en verder weg - het Zwarte Zeegebied, Midden-Oosten en Afrika - zal de vraag naar organische meststoffen toenemen.

Bron: agriholland.nl

Agenda.